Het K.B. van 18 februari 1977 (Belgisch Staatsblad van 29 maart 1977), gewijzigd door het K.B. van 22 juni 1990 (Belgisch Staatsblad van 28 juli 1990) beperkt de toegelaten gebruiksduur van de kleine koud watermeters tot 16 jaar. In de praktijk vertaalt deze regel zich in een vervanging om de 16 jaar.
Het K.B. van 2 maart 1981 (Belgisch Staatsblad van 2 maart 1981) beperkt de toegelaten gebruiksduur van de kleine sanitaire warmwatermeters tot 8 jaar. In de praktijk vertaalt deze regel zich in een vervanging om de 8 jaar.
De richtlijn 2004/22/CE heeft tot doel om de eisen die worden gesteld aan nieuwe meetinstrumenten die in Europa op de markt worden gebracht of in dienst gesteld, te harmoniseren. Met betrekking tot de watertellers zijn de termen ‘nominaal debiet (Qn)’ en ‘metrologische klasse (A, B en C) niet meer van toepassing. Volgens deze norm wordt de precisie van een waterteller gedefinieerd aan de hand van twee criteria: Q3 (permanent debiet) en R (de meetbereik-ratio). Ze worden meegedeeld door de producent van de teller.
Hieronder zijn de MID-markeringen voor één van onze watertellers weergegeven: